Jaarverslag 2020

Bestuurlijk deel

Analyse op hoofdlijnen

Toelichting op de tabel
1. Voordeel openbaar groen
De uitgaven zijn lager dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat er rekening is gehouden met kwijtschelding van de huren (€ 112.000) i.v.m. met Corona. De aanvragen hiervoor zijn nog niet gehonoreerd.

2. Leerlingenvervoer
Voor het leerlingenvervoer is een voordeel ontstaan van € 100.000. Dit is grotendeels het gevolg van de beperkende corona maatregelen, waardoor minder ritten en daarmee kosten zijn gemaakt voor het aangepast vervoer.

3. WMO Preventievoorzieningen
Op het budget preventieve voorzieningen is in 2020 ruim € 100.000 overgebleven. Vanwege de coronapandemie is er minder aanspraak gemaakt op de beschikbare bedragen voor ondersteuning.

4. Kosten raad
Vanwege corona is veel tijd en energie van de raad en griffie gegaan naar het mogelijk maken van het digitaal vergaderen en is er beperkt tijd geweest om nieuwe zaken op te pakken. Er is daardoor (€ 152.000) minder uitgegeven dan voor de griffie begroot.

5. Burgerzaken
Als gevolg van de corona-maatregelen wordt er minder gereisd en was ook het loketbezoek in de publiekshal beperkt. Een nadelig effect hiervan is dat op de uitgifte van persoonsdocumenten de inkomsten € 56.000 lager uitvallen. Hiertegenover staan ook lagere kosten (€ 180.000).

6. Minimabeleid
Het beroep op de bijzondere bijstand is in 2020 lager geweest dan de jaren ervoor. Dit geeft een voordeel van € 169.000.

7. Arbeidsparticipatie

Op het onderdeel begeleide participatie en arbeidsparticipatie worden bijdragen aan IJmond Werkt! verantwoord. Ten opzichte van de begroting zijn de werkelijke kosten lager dan geraamd. Hierdoor is een voordeel zichtbaar van € 340.000. Een bedrag van € 80.000 is reeds in de taakstelling op subsidies opgenomen en wordt afgeraamd.

8. WMO
In 2020 is er een verdere groei van het beroep op de Wmo-voorzieningen geweest; met name bij de hulp bij het huishouden en ook op woon- en vervoersvoorzieningen is een stijging van de vraag waarneembaar. Dit leidt tot een nadeel van € 300.000. Deze stijging is voor een groot deel toe te rekenen aan het in 2019 ingevoerde abonnementstarief.

9. Onderwijshuisvesting
Mede als gevolg van de stikstofproblematiek is de start van de bouw van 2 onderwijsgebouwen vertraagd met als gevolg dat er een incidenteel voordeel (€ 134.000) is ontstaan op de kapitaallasten.

10. Omgevingswet
In 2020 is de ingangsdatum uitgesteld naar 1 januari 2022. Dit jaar zijn al stappen gemaakt, maar door corona en het uitstel van de wet nog niet in die mate zoals gepland. Dit levert een voordeel op van € 255.000.

11. Gebiedsontwikkeling
De exploitatiebijdragen bij ontwikkeling zijn hoger uitgekomen dan waar rekening mee gehouden is. Ook is er minder gebruik gemaakt van het jaarbudget plankosten faciliterend grondbeleid. Dit levert een voordeel op van € 114.000.

12. Bouwleges

Een voordeel van € 290.000 is ontstaan door twee aanvragen op grotere woningbouwprojecten in het laatste kwartaal.

13. Brandweer
In de begroting 2020 is al rekening gehouden met stijgende kosten voor de uitvoering van de FLO (regeling Functioneel Leeftijdsontslag), waarvoor we in het verleden een reserve hebben gevormd. Echter, door een aantal wijzigingen in landelijke wet- en regelgeving in 2020 zijn de kosten voor 2020 aanzienlijk hoger uitgevallen dan begroot. Dit leidt tot een overschrijding van € 276.000, die via aparte besluitvorming bij de jaarstukken alsnog wordt voorgesteld om te onttrekken uit de hiervoor bestemde reserve.

14. OZB woningen
Wij zien de uitvoeringskosten voor de OZB stijgen. Dit betreft de kosten voor het innen van de OZB aanslag (€ 28.000), het afhandelen van bezwaar € 35.000) en griffie- en proceskosten van beroepszaken (€ 29.000).

Tevens is een voordeel op de OZB-opbrengsten van € 194.000. De afwijking op deze baten (2%) is onder andere afhankelijk van de hoeveelheid bezwaren die tegen de WOZ-waarde worden gemaakt en wordt mede bepaald door de leegstand van panden. Dit kan dus per jaar sterk wisselen en leiden tot verschillen die niet van tevoren zijn in te schatten.

15. Algemene uitkering
D e inkomsten uit de Algemene uitkering zijn lager dan we bij de 2e Bestuursrapportage hadden ingeschat. Dit wordt verklaard doordat we nog niet geheel gecompenseerd zijn voor het effect het Wmo-abonnementstarief en de corona kosten. In totaal zijn de inkomsten daardoor € 1,4 mln lager dan begroot.

16. Overige baten en lasten
Op de overige baten en lasten is een voordeel ontstaan van € 2,5 mln. Dit voordeel bestaat uit:
Onvoorzien
Er is geen aanspraak gemaakt op dit budget (€ 100.000).

Overige kosten
Bij de inkomsten en kosten is een bedrag van € 0,6 mln teveel opgenomen. Deze hadden tegen elkaar 'weggestreept ' moeten worden.

Ontvangen corona-compensatie
Van het Rijk hebben wij via de Algemene uitkering een compensatie ontvangen voor gemiste inkomsten, extra uitgaven en aanvullende maatregelen om onze maatschappelijke partners te ondersteunen. In de 2e Bestuursrapportage waren er nog geen uitgewerkte plannen voor een aantal beleidsvelden. Deze compensatie is daarom begroot op de 'Overige baten en lasten',

Reservering extra kosten Wmo en transformatie jeugdhulp :
In de Begroting 2020 hebben we een centrale reservering meegenomen voor de kosten van het Sociaal domein. Deze reservering had toegewezen moeten worden aan de specifieke budgetten voor de Wmo en jeugdhulp. Deze mutatie heeft niet plaatsgevonden.

Kapitaallasten

Bij de 2e Bestuursrapportage zijn de kapitaallasten niet bijgesteld voor de nieuwe investeringen. Deze kosten hebben namelijk een directe relatie met de nota Investeren en afschrijven, die later in 2020 is vastgesteld. Deze nota is met terugwerkende kracht voor heel 2020 van toepassing. In de nota wordt gewerkt met een plafond van gemiddelde kapitaallasten. Dit betekent dat het huidige plafond hoger kan zijn dan de uitgaven die op dit jaar van toepassing zijn. Dit omdat toekomstige investeringen al in dit gemiddelde zijn meegenomen. Een ander onderdeel van deze nota is dat de kapitaallasten van nieuwe investeringen pas ingaan in het jaar nadat de investering in gebruik is genomen. Dit betekent dat in 2020 geen kapitaallasten van deze investeringen zijn opgenomen in de jaarstukken. Per saldo geeft dit een voordeel van € 1,26 mln.

17. Toeristenbelasting
Als gevolg van de corona-maatregelen en negatieve buitenlandse reisadviezen voor ons land, kwam de recreatie & toerisme pas laat in het seizoen opgang. Bij de 2e Bestuursrapportage werd ingeschat dat hierdoor de inkomsten uit de toeristenbelasting 70% lager zouden zijn, waarop vervolgens de begroting naar beneden is bijgesteld. Veel landgenoten hebben in eigen land vakantie gevierd en er was sprake van een mooie zomer, waardoor het tekort op de inkomsten uiteindelijk € 353.000 minder is dan verwacht. Het tekort wordt in 2021 door het Rijk gecompenseerd.

18. Overhead

Niet alle kosten kunnen direct worden toegewezen aan een programma. Dit zijn algemene kosten, zoals het uitvoeren van de administratie, facilitaire ondersteuning, management, etc. Kosten die wel kunnen worden toegerekend aan de programma's worden daar zoveel mogelijk direct aan toegewezen. De kosten die verdeeld worden over meerdere onderdelen van de begroting worden via de zogenoemde kostenverdeling vanaf dit taakveld 0.4 Overhead toegerekend aan de programma's. Dit geldt zowel voor de begroting als voor de werkelijk gemaakte kosten.

Bij de wijzigingen op de Begroting 2020 heeft deze toerekening niet juist plaatsgevonden. De budgetverhogingen voor met name de personele kosten heeft niet plaatsgevonden. Dit betreft bijv. de extra personele inzet i.v.m. de corona crisis. Daardoor is het begrote budget van dit taakveld te hoog opgenomen en daardoor laat het verschil tussen de begrote en werkelijke kosten een flink positief resultaat zien. Dit betekent ook dat op een aantal programma's de begroting voor deze kosten te laag is weergegeven en daardoor een tekort zichtbaar is.

19. Sportaccommodaties
In verband met de corona crisis hebben wij € 307.000 gereserveerd voor de kwijtschelding van huren. De aanvragen voor compensatie tijdens de 1e lockdown periode zijn deels gehonoreerd.
Voor de aanleg van de van DKV kunstgrasvelden hebben wij bij de besluitvorming over de Jaarstukken 2019 een bedrag gereserveerd van € 230.000. Deze reservering is per abuis nogmaals aan de reserve Velsen onttrokken bij de 2e Bestuursrapportage. Hierdoor is een voordeel van € 230.000 bij de lasten. Dit verschil is ook bij de reserve mutaties zichtbaar.

20. Grondexploitatie
Per saldo laat het grondbedrijf een positief resultaat zien van €0,6 mln. Dit voordeel heeft betrekking op de afwikkeling van de projecten Stadspark en Snippenbos (€ 1,1 mln) en een tussentijdse winstneming (0,01 mln) van nog niet afgeronde projecten, Deze tussentijdse winstneming is overeenkomstig de regelgeving van de BBV. Verder zijn er mutaties in de verliesvoorzieningen (€ 0,28 mln) en doorbelaste kosten ( € 0,23 mln). Dit positieve saldo is toegevoegd aan de Algemene reserve grondbedrijf.

Door deze toevoeging aan de Algemene reserve grondbedrijf bedraagt het saldo van de reserve € 0,6 mln. Dit is lager dan het in de nota Grondbeleid vastgestelde minimum omvang van de reserve (€ 1,08 mln). Daarom is een extra bedrag van € 0,48 mln toegevoegd aan de reserve, zodat de reserve weer toereikend is om de risico's af te dekken.

Per saldo is er sprake van een nadeel op de grondexploitaties van € 0,01 mln. Dit bestaat uit een nadeel grondexploitaties (€ 0,48 mln) en een voordeel van € 0,47 mln wat bestemd is voor de herhuisvesting Pieter Vermeulen Museum.

Deze pagina is gebouwd op 07/27/2021 13:29:44 met de export van 07/20/2021 15:18:22